Toen in de zomer van 2020 de teugels weer iets mochten vieren in het kader van de maatregelen omtrent de Coronapandemie, waren we blij dat we open konden met de Zomerwerf. Door ruimtelijk ontwerpbureau Overtreders W werd een multifunctioneel grid ontworpen voor de Load Out. Binnen dit grid werden mogelijkheden gemaakt voor sport en spel, picknicken, kleinschalige optredens en niet te vergeten onze werftuintjes. Een ander onderdeel was het eerste basketbalveld van 3X3 Unites op NDSM en het toernooi wat zij van de zomer organiseerden. Een ander opvallend element was de bokszak van Boogieland, zodat mensen in de buitenlucht kunnen (kick)boksen. We, Stichting NDSM-werf, waren blij dat we met al die ruimte die we ‘over’ hadden toch iets hebben kunnen geven aan de stad.
In de zomer van coronajaar 2020 was er een heuse aardappelberg op NDSM
In juni van dat jaar werd op initiatief van Jur Jacobs en het Slow Food Youth Network Nederland in samenwerking met Stichting Samen Tegen Voedselverspilling 20.000 kilo aardappelen uitgestort op de werf. Via de app Too Good To Go konden Amsterdammers voor een prikkie piepers komen scheppen op de Load Out, vlakbij Pllek. De actie was een groot succes en aan het einde van de middag was de berg weg. Wij vermoeden dat de afgelopen week een hoop frieten, stamppotten en aardappelgratins werd gegeten.
Slow Food Youth Network (SFYN) is een internationale jongerenbeweging die zich inzet voor een goed en eerlijk voedselsysteem. De organisatie gelooft dat jongeren een belangrijke rol moeten spelen in de toekomst van de voedselproductie en -consumptie. Daarom proberen ze jonge consumenten, producenten, boeren, koks en studenten dichter bij elkaar te brengen. Dit doen ze door middel van eat-ins, proeverijen en evenementen zoals World Disco Soup Day. “We moeten samen werken aan een meer veerkrachtig voedselsysteem waar minder voedsel wordt verspild, de boer een eerlijke prijs krijgt en waar goed voedsel voor iedereen beschikbaar is”, vertelt Lianne de Bie, directeur van Slow Food Youth Network Nederland.
Er was een mooie mix van mensen: van Oud-Noorderlingen tot mensen met Tesla’s uit ’t Gooi.
De organisatie was heel tevreden over de opkomst van een heel divers publiek en schatten dat er, verdeeld over de hele dag, aan meer dan 600 Amsterdammers aardappels zijn verkocht. Mede-initiatiefnemer Jur Jacobs: “Wat ik persoonlijk het leukste vond is dat er een mooie mix aan publiek was, van Oud-Noorderlingen tot mensen met Tesla’s uit ’t Gooi. Alle leeftijden, afkomsten en groepen waren aanwezig.”
De actie van afgelopen zaterdag staat niet op zich zelf. Er zijn veel overschotten van voedingsmiddelen in Nederland, het gaat niet alleen om de aardappelen die van de verspilling zijn gered. Stichting Samen Tegen Voedselverspilling wil meer bewustzijn creëren over voedselverspilling in het algemeen: “In Nederland zijn er juist nu overschotten vanwege COVID-19, terwijl grote delen van Afrika te kampen heeft met dreigende honger. Dit is iets dat wij gezamenlijk op moeten lossen”, aldus Toine Timmermans, directeur Stichting Samen Tegen Voedselverspilling.
Stichting NDSM-werf vindt het onderliggende probleem erg belangrijk en is blij dat ze een bijdrage heeft kunnen leveren aan de bewustwording rondom dit thema. Bovendien heeft de organisatie de ambitie met de werf een proeftuin te worden voor duurzaamheid, circulariteit en vergroening, ook in relatie tot de anderhalvemeterstad. De stichting heeft zelf de afgelopen weken gewerkt aan een intelligente opening up van het terrein en heeft de eerste stap gezet met de Werftuin: moestuinbakken voor Amsterdammers die zelf geen tuin hebben. Hiervoor werkt de Stichting samen met partners als De Onkruidenier. Zo kunnen mensen veilig hun eigen groenten en kruiden verbouwen op de werf, voorzien van een speciaal ontworpen grid waarin de anderhalvemetermaatregelen geborgd zijn. Mogelijk worden er in de toekomst meer acties opgezet.
Multidisciplinair kunstenaar Willem de Haan maakte een landingsbaan van de Y-helling.
Multidisciplinair kunstenaar Willem de Haan benadert serieuze vraagstukken op een cartooneske, sculpturale en soms lachwekkende manier om hiermee een ode te brengen aan een bepaald object, onderwerp of situatie. Met de site-specifieke installatie ‘Landingstrip’ bracht hij een eerbetoon aan de uitzonderlijk ruimtelijke omgeving van de monumentale NDSM-werf en creëerde hij een vervreemdende situatie, waarbij de grenzen tussen script en werkelijkheid vervaagden.
De absurdistische presentatie Airport Noord ging in op de vraag waarvoor de multi-inzetbare ruimte, die oorspronkelijk diende voor de internationale infrastructuur, in de toekomst gebruikt kon worden. De installatie Landing Strip op de Y-helling was onderdeel van het overkoepelende project Airport Noord en was een verlengstuk van de fictieve Departure Lounge, die Willem de Haan samen met Kamagurka opende bij galerie Patty Morgan.
Tandenborstel, oortjes, schone sokken, paspoort? Check! De wekker voor de eerste trein naar het vliegveld was gezet, maar toen… FLIGHT CANCELLED. Dus terug naar huis.
Rond de installatie Landing Strip vond op woensdag 14 augustus een afsluitende performance plaats: in CANCELLED | A Performance by Willem de Haan toonde Willem dat hoe hard hij ook zijn best deed, sommige dingen buiten zijn macht lagen. Want wanneer kon je niet anders dan je aan het lot overgeven? En wat bracht dat lot met zich mee?
De installatie Landing Strip en het project Airport Noord boden, in navolging van de Noord-Zuidlijn, een nieuwe fictieve verbinding tussen Amsterdam-Noord met de stad aan de overkant en de rest van de wereld.
Dit project werd (mede) mogelijk gemaakt door het Amsterdams Fonds voor de Kunsten.
Dries Verhoeven benaderde de mens en de kunstmatigheid op NDSM
Tot 20 oktober 2019 was het werk Happiness van Studio Dries Verhoeven te zien op de NDSM-werf. Het werk benadert het gebied waar mens en kunstmatigheid samenvallen, waar artificiële middelen ons helpen weer of meer mens te zijn, of dat menszijn juist voor even te verlaten. In Happiness verkent Dries de wereld van kunstmatig geluk dat zich aandient in de vorm van drugs, pijnstillers en antidepressiva. Op straat staat een klein apotheekgebouw. Een humanoid – een menselijk uitziende robot – werkt er als apothekersassistente. Ze vertelt ons over de middelen waarmee we de serotonine- en dopaminelevels in onze hersenen kunnen afregelen, en zo onze werkelijkheid en waarneming kunnen bijstellen. Bewegen we richting een wereld waar we lyrisch zijn op afspraak, programmeerbaar in ons gevoel?
Nu het gebruik van recreatieve drugs in het uitgaansleven mainstream lijkt te worden, en het stigma op antidepressiva begint te verdwijnen, verschuift ons idee van wat emoties zijn. Niet langer zien we ze als authentieke waarachtige belevingen, maar als chemische processen in onze hersenen, die we naar hartenlust kunnen beïnvloeden. Met het afregelen van de hoeveelheid serotonine en dopamine zijn we in staat onze werkelijkheid en waarneming te creëren. Politiek en maatschappelijk is er nogal wat argwaan jegens de farmaceutica van de bewustzijnsbeïnvloeding, maar hoe houdbaar is die terughoudende omgang met het kunstmatige in het licht van technologische ontwikkelingen en de groeiende vraag?
Ter finnisage werd op 20 oktober 2019, tijdens ADE Hangover, in Sociëteit Sexyland de artist talk “Happiness on Demand” georganiseerd. Dries Verhoeven ging in gesprek met Machteld Busz (initiatiefnemer van Poppi: Drugs Museum Amsterdam) en journalist Thijs Roes (De Correspondent en Vice Media) die zich verdiepte in het drugsbeleid van de toekomst. De talk werd geduid door auteur Marian Donner met passende passages uit haar Zelfverwoestingsboek, dat geïnspireerd is door ‘Happiness’. Voor de gelegenheid was er een speciaal kunstwerk te bewonderen van Poppi Drugsmuseum Amsterdam.
Happiness was een coproductie met Stichting NDSM-werf & SPRING Performing Arts Festival.
In vier weekenden traden jonge theatermakers uit de circus-, mime- en theaterscholen optreden op op NDSM.
Step Right Up was een project van het Straattheater Instituut Nederland (SIN), dat op de NDSM-werf gevestigd was. Bekende theatermaker én winnaar van de NDSM Open Call 2018, Pieter Post, coachte de talenten in aanloop naar hun voorstellingen. Op 3, 4, 18 & 19 mei, 10 & 11 juli en 28 & 29 september 2019 bood de NDSM-werf ruimte aan een podium voor nieuwe straattheaterartiesten uit binnen- en buitenland. Op de locatie werden voorstellingen gegeven tussen 13:00 en 18:00. Deze waren gratis toegankelijk en geschikt voor alle leeftijden. Ook was er een terrasje waar eten en drinken verkrijgbaar waren om tijdens de voorstelling van te genieten.
Straattheater Instituut Nederland en Step Right Up
Straattheater nam in Nederland, in tegenstelling tot de ons omringende landen, maar een kleine plaats in binnen het culturele bewustzijn. Terwijl het juist een geweldige leerschool bood voor jonge talenten. Door op straat te spelen konden zij experimenteren, directe interactie aangaan met het publiek en zo getraind worden in het creëren van betrokkenheid. Zowel timing als improvisatie waren van groot belang!
Om jonge makers kennis te laten maken met de leerschool van het straattheater, bood het SIN door middel van Step Right Up een coachingstraject en podium voor deze speelvorm van actie en reactie, uitdaging en antwoord. De talenten repeteerden onder leiding van theatermaker en regisseur Pieter Post in het SIN-theater. Het SIN was een speeltuin en ontmoetingsoord voor alle genres, soorten en maten internationale theatermakers.
De artiesten
Het eerste weekend stond in het teken van Troubamour (Marrit Bausch en Ursel Braaksma) met de voorstelling Groundless. Groundless was een fysieke straattheatervoorstelling over grenzen, grenzeloosheid en de drang naar begrenzing. Over jezelf aanpassen aan de ander en daarmee soms een stukje van jezelf kunnen verliezen. De vraag die centraal stond was: wat bleef er over van jezelf, van een groep, of zelfs van een land, als de grenzen vervaagden?
Het tweede weekend was voor Milan Seegers, met de voorstelling Koekoek. Koekoek was een fantasierijke circusvoorstelling die de verschillen vierde die onze wereld kleur gaven. Milan was een maffe en absurde verschijning die met plezier kunsten met zijn eieren liet zien. Hieruit ontstond een acrobatische choreografie over jezelf oprapen, afstoffen en vooral nooit opgeven!
Het derde weekend was het podium voor Julia Campistany, met een voorstelling over de fragiliteit van harmonie: It happens. Door middel van comedy en beweging ontstond een dialoog tussen succes en falen, schoonheid en schaamte en sereniteit en onrust. Juist wanneer je dacht dat alles goed was, maakte je je zorgen over wat er misschien fout zou gaan.
Voor het laatste weekend, tijdens de NDSM Open op zaterdag 28 september 2019, stond een verrassingsoptreden op de planning!
Verschillende (licht)werken van Navid Nuur op NDSM
Beeldend kunstenaar Navid Nuur is gefascineerd door de werking van de menselijke waarneming. Zijn werken zijn daardoor een samenspel tussen materiaal, architectuur en zintuigelijke verschijnselen. Licht en duisternis zijn hierin al jarenlang een terugkerend element. Voor Navid Nuur is licht allesbehalve eenduidig.
In zijn serie THE AFTER GLOW beschouwde Navid de tomeloze mogelijkheden ervan. THE AFTER GLOW III was hierin zijn nieuwste kunstwerk, speciaal gemaakt voor de NDSM-werf. Het kunstproject was op drie vaste locaties te zien, waar het zich vermengde met de architectuur van de oude scheepswerf.
Een vierde element van het project was een krant, getiteld THE AFTER GLOW, issue 3. Deze was op verschillende punten op de werf verspreid te vinden.
Over Navid Nuur
Navid Nuur (Teheran, 1976) woont en werkt in Den Haag. Grote internationale solo-exposities waren te o.a. zien bij Trafó House of Contemporary Arts in Boedapest, Marta Herford te Herford, Bonnefantenmuseum in Maastricht, Parasol Unit in Londen, S.M.A.K in Gent, Kunsthalle Fridericianum in Kassel en De Hallen te Haarlem. In 2019 volgt een solotentoonstelling met nieuw werk in het Gemeentemuseum Den Haag.
Staal, ijzer, kunst en performance op één plek op NDSM.
Ferrotopia was een kunstinstallatie in de openbare ruimte, een Gesamtkunstwerk en pop-upmuseum inéén. De kunstinstallatie was een ode aan ijzer (ferro = ijzer) en bestond uit een verzameling karaktervolle gebouwen, gegroepeerd rondom een centraal plein. Onderdelen hiervan waren gedurende de voorgaande drie jaar al te zien geweest op de Ruhrtriënnale in Bochum (Duitsland) en bij het Centre Pompidou in Parijs (Frankrijk). Op de NDSM-werf werd daar een nieuw werk aan toegevoegd: het Valhamerhuis, een plek voor destructie en recycling. Het ensemble werd afgemaakt met de unieke Happy Gietloods, een volledig ingerichte en bedrijfsklare metaalwerkplaats, smederij en gieterij.
Cross-over programmering
Tegen het decor van Ferrotopia ontvouwde zich vanaf de opening een programma met beeldende kunst, vormgeving, theater, film, muziek en lezingen. Hierin werd de romantiek van het industriële erfgoed gekoppeld aan de herontdekking van nieuwe industrie en ambacht in een circulaire economie. Dit programma kwam tot stand in samenwerking met onder andere Over het IJ Festival, Partizan Publik, MU Eindhoven, EYE Filmmuseum en uiteraard Atelier Van Lieshout zelf.
Middelpunt van de installatie was de Domestikator, die vanwege haar seksueel getinte uitstraling internationaal stof had doen opwaaien. Atelier Van Lieshout verduidelijkte de thematiek van dit kunstwerk als volgt:
"Domestikator reflects on the way humans cultivate and domesticate the world by applying their ingenuity and creativity, yet how at the same time they challenge ethical and real borders by new technologies. With the artwork, artist Joep van Lieshout wants to start a dialogue about these positive and negative forces, while playfully addressing one of the last few remaining hypocritical taboos.”
Ferrotopia werd gerealiseerd in opdracht van de Stichting NDSM-werf. Het project werd mede mogelijk gemaakt door financiële bijdragen van de Gemeente Amsterdam, het Mondriaan Fonds, Stadsdeel Amsterdam-Noord, Stichting Doen, het Amsterdams Fonds voor de Kunst en Fonds 21, en met medewerking van BeamSystems en Pllek.
Monolith betrof een vergelijkbaar object als de monoliet uit Kubricks film 2001: A Space Odyssey. Het grote verschil was dat hier water van beneden naar boven over de rechthoekige vorm stroomde om aan de achterkant weer neer te kletteren. Alle werken van Feigl werden aangedreven door een bepaalde techniek, die misschien niet eens altijd even ingewikkeld was, maar wel iedere keer weer zorgde voor een indrukwekkend en groots beeld. Dit werk stond symbool voor het geheimzinnige en onverklaarbare in onze wereld. De herkomst en de kracht die al dan niet uitgingen van het object in de film bleven ondoorgrondelijk, en zo was het in de echte wereld net zo goed nog steeds niet mogelijk om overal grip op te krijgen.
2001: A Space Odyssey
Aan het begin van Stanley Kubricks iconische film 2001: A Space Odyssey werd een groep mensapen in hun prehistorische, woestijnachtige omgeving plots overvallen door een vreemde nieuwe aanwezigheid. Een enorme zwarte rechthoekige monoliet verscheen in hun midden en vormde daarmee een sterk visueel contrast. Met enige argwaan raakten de apen dit vreemde object aan, waarvan totaal onduidelijk was waar het vandaan was gekomen. De monoliet kon op verschillende manieren worden geïnterpreteerd, maar moest in ieder geval gezien worden als een katalysator voor de ontwikkeling in de menselijke evolutie. Het object zette een bepaalde intelligentie in gang die voor vooruitgang zorgde, een behoefte die ook buiten de fictieve wereld van de film eigen was aan de mens, die altijd streefde naar verbetering door middel van steeds verdergaande technologische en digitale hulpmiddelen.
Over Zoro Feigl
Zoro Feigl (Amsterdam, 1983) maakte werk dat bewoog. Feigl was gefascineerd door de vraag waarom dingen werkten zoals ze werkten en waarom iets bewoog zoals het bewoog. Veel van zijn werk was ontworpen voor tentoonstelling in grote ruimten en kon daarmee naast fascinerend ook intimiderend of zelfs dreigend worden ervaren. De sculpturen bewogen volgens hun eigen, soms voorspelbare en dan weer verrassende ritme. Dat was voor Zoro de kunst: het materiaal en de beweging doorgronden en deze weten te orkestreren.
Feigls werk was onder andere te zien in Rijksmuseum Twenthe, Stedelijk Museum Schiedam en Museum Voorlinden, en daarnaast bij de Verbeke Foundation (België) en exposities in China, Japan, Brazilië, Rusland, Italië en Bulgarije. In 2017 zette Koning Willem-Alexander het kunstwerk ECHO ‘aan’ bij de opening van het vernieuwde Haagse rijkskantoorgebouw, dat onder meer de ministeries van Buitenlandse Zaken en Infrastructuur en Waterstaat huisvestte.
De NDSM-werf is met zijn wijdsheid, industriële gebouwen en ruige sfeer een merkwaardig deel van de stad. In opdracht van Stichting NDSM- werf zwierf beeldend kunstenaar Jaap Scheeren enkele maanden over het terrein en legde het ongepolijste karakter vast in een collectie levensgrote landschapsportretten. In zijn werk gaat hij op zoek naar de verborgen vertellingen onder het onstuimige oppervlakte van de NDSM. De fotoserie is daarmee een ode aan de werf als een plek voor de verbeelding.
De beelden waren later te zien in de speciale NDSM-editie van het Mr. Motley Magazine.
Na 4 jaar gaat het dan toch echt gebeuren: Sociëteit Sexyland, de keet met de iconische lichtletters op het dak, vertrekt van de werf. Met haar dagelijks veranderende programmering gaf de club mee kleur aan de werf. Ze hielpen ook met het divers en inclusief maken van de plek die wij al zo lang ons thuis noemen. Wij kijken uit naar hun nieuwe Super Sexyland World, maar voorlopig gaan we af en toe gewoon lekker buurten bij de Noordwal en kijken we graag terug naar de mooie feestjes en partijen die hier zijn gehouden in dit artikel wat eerder verscheen in ons magazine met Mister Motley.
Wie met de pont de NDSM nadert, ziet het pretentieloze gebouw al lonken. Een houten hut verleidt ons met een lichtsculptuur op het dak. ‘SEXYLAND’ schrijven de discoletters; soms glorieus in regenboogkleuren, soms flik- kerendof met een kapotte ‘e’, maar nooitzijn de lampen helemaal uit. Sexyland staat altijd aan. Zippora Elders, curator en Amsterdammer, spreekt met oprichters Aukje Dekker en Arthur van Beek over de NDSM-parel die eenieders dromen wil vervullen.
Het begon in 2012. Aukje Dekker enArthur van Beek, kunstenaars en medeoprichters van de Open Coop en het Eddie the Eagle Museum, zaten ergens te eten en de bediening deed onaardig. Geen onbekend fenomeen in de hoofdstad. Ze dachten toen: als er elke dag een andere eigenaar was, dan zou de bediening altijd sympathiek doen. Met de Open Coop ontwikkelden ze een plan voor een kunstenaarssociëteit in de oude Sexyland-videotheek, maar dat pand ging naar de Ton Ton Club. Vier jaar later, toen ze door stichting NDSM-werf benaderd werden over het leegstaande verenigingsgebouw, wisten ze meteen: dit moet de nieuwe Sexyland worden. Op 13 januari 2017 opent Sexyland de deuren.
Het concept is even simpel als briljant: elke dag een andere eigenaar. Doelstelling: 365 eigenaars verbinden. Sexyland als club, sociëteit, café, huiskamer. Een nieuw lid krijgt een goudkleurige Sexyland-sleutel- hanger. De houten toko, die nog het meeste weg heeft van een scoutinggebouw, wordt elke dag getransformeerd tot de droomavond van een medemens. Noise-concerten, worstelcompetities, vogue- performances, schoolfeesten, skatebanen, poëzieavonden, vogeltentoonstellingen, boeklanceringen: alles komt voorbij.
Al in 2018 heeft Sexyland een dependance op Lowlands: de houten hut nagebouwd met lichtsculptuur en al, een draaibaarpodium en elk uur een andere eigenaar. Het is dé hit van het festival, de tent met de langste rij. ‘In Sexyland gebeuren heel rare dingen,’ kopt de Volkskrant op 19 augustus dat jaar. In hetzelfde artikel vervolgt de redacteur: ‘Daar moet je van houden. Maar eerlijk is eerlijk: ben je eenmaal gewend aan die opgefokte gekte van Sexyland, dan is het lastig de tent weer te verlaten.’ Maar het streven van Sexy gaat verder dan dat van ‘gek nieuw uitgaansconcept’. Het is een ode aan de vrijhaven, aan het eigenzinnige Amsterdam en de oude NDSM, aan alles wat we niet zelf kunnen bedenken. Vrijheid en inclusiviteit, daar gaat het de Sexies uiteindelijk om.
Aukje: “The Best of Sexyland begin 2018 was het hoogtepunt. Na een jaar kwam alles bij elkaar. Dag voor dag hadden verschillende kleuren, leeftijden en cate- gorieën zich Sexyland toegeëigend, maar deze avond stonden zij naast elkaar, door elkaar, in elkaar. De fietsenmaker van de hoek, de rappers en de punkers, meisjes met snorren en oude opa’s, een operaserenade, jazz en karaoke, natuurlezingen en wedstrijden snelschaken.”
Arthur: “Toen begrepen we wat de volgende stap moest zijn: niet het naast elkaar programmeren maar het direct samenbrengen, die the best of-avond altijd laten ontstaan.” Sexyland wil geen geïnstrumentaliseerde broedplaats zijn die binnen de lijntjes moet kleuren. In de houten hut kan alles gebeuren. Cruciaal daarvoor is het team. En dat team ontstond organisch. De mensen achter de bar kwamen aanwaaien.
Sommigen waaiden ook weer uit. Zo kennen we barhoofd Victor, met zijn helderblauwe ogen, nu ook van het BNN- VARA programma First Dates. Producenten Renske, Sara Liz, Floor zijn er nog dag en nacht. Aukje: “Belangrijke aspecten zijn vertrouwen, enthousiasme, openheid en oordeelloosheid. Mensen moeten goed zijn in zichzelf zijn.” Sexyland is niet enkel een platform voor organisatoren en leden, maar ook voor werkervaring. Murditio, die werd aangenomen omdat hij aan de bar vertelde dat hij blut was, organiseert nu de Colorful-feesten in hartje Amsterdam. Geluidsjongen Zeger ging overdag oefenen op de Sexyland-apparatuur en is nu dj van Thrillboy. De gelijkheid en fluïditeit betekende veel voor hem. Hij liet zelfs een Sexyland tattoo zetten. En dat mocht natuurlijk.
Luister naar de aflevering van NDSM X waar we in gesprek gaan met Aukje Dekker en de zakelijk leider van het nieuwe Sexyland World, Samira Ben Messaoud.
Maar kan het écht, ‘alles’? Aukje: “We denken juist! Ook voor onze nieuwe plannen kiezen we een altruïstisch systeem waarin betrokken partijen net zoals bomen in een bos leven: onderling verbonden en wanneer eentje zwak is, wordt die gevoed door anderen.” Die zoektocht naar inclusiviteit is een actueel thema. Sexyland geeft er een eigenwijze invulling aan. Voelt de cisgender, de ‘witte’ buur, de hobbyschilder zich hier ook veilig? “Natuurlijk gebeurt het wel eens dat de puber zich op de avond van de popie jopie niet thuis voelt. Het schuurvlak tussen comfortabel en oncomfortabel vinden wij ook heel mooi. Je losmaken van vastevorm of groep: daar komt creatie en inspiratie uit voort.” Wat écht kan, zal ook de tijd moeten leren. Sexyland is meermaals beroofd, waarvan twee keer met ongekende schade.Dat brak harten. En misschien is dat het risico dat je loopt door ruimte te bieden. “Als je gastvrij bent en je ‘thuis’ openstelt, en er wordt een fles wodka gejat of iets kapot gemaakt dan steekt dat. Je wilt niet veranderen, maar dat kan alleen als mensen beseffen hoe kwetsbaar je je opstelt. Wanneer ons horizontale vertrekpunt vanuit vertrouwen blijkt te werken en kort daarop wordt geschaad door diefstal en vernieling, dan is dat heel verdrietig.”
Voor kwetsbaarheid lijkt nog weinig plek in Amsterdam. Het proces van gentrificatie is bijna verzadigd. Amsterdam-Noord wordt ingehaald door de bevoorrechte starters, hotels vullen het centrum. De werf was decennialang een plek waar je ruimte kreeg: vergezichten over het IJ, koude zeewind, kale industrie. Krakers en kunstenaars konden ongezien hun gang gaan. Maar ook hier rolden ontwikkelaars hun plannen uit. Arthur: “Ze hebben haast alle vastgoed weggegeven, vooral aan veilige en stabiele dingen. Ze hebben geen risico durven nemen. Maar er is nog wel grond! En de wil is er ook. Op dit moment is de NDSM nog de enige vrijhaven ín Amsterdam.”
Het is snel gegaan. In de jaren ’80 was Amsterdam van de krakers, in de jaren ’90 van de ravers. In de jaren nul de kunstenaars. Aorta, W139, Roxy, Odin, Paradiso, Rietveld, Sandberg, de Afrikapanden, Servicegarage, Krux. Er was ruimte, letterlijk en figuurlijk. Arthur: “Alles is ingepikt, te duur geworden, gekapitaliseerd. Alleen vermogende mensen worden gefaciliteerd. Dat is niet enkel beleid van de gemeente, maar survival of the fittest in de meest neoliberale interpretatie.”
“Alles is ingepikt, te duur geworden, gekapitaliseerd. Alleen vermogende mensen worden gefaciliteerd. Dat is niet enkel beleid van de gemeente, maar survival of the fittest in de meest neoliberale interpretatie.”
Komt het goed met die vrijhaven? Aukje: “Oeh we zijn zo hard bezig met de toekomst. We zijn een soort enorme container aan het ontwerpen waar plek moet zijn voor iedereen, ook voor de organisaties die Noord worden uitgedrukt. Die ene plek die nog openstaat voor weirde shit, voor rafelranden. Wij hopen dat we de kern worden van die hele fucking visie. Dat we de afvoerput worden waar mensen heel mooi omhoog worden gezogen.” Het nieuwste plan is een Sexyland XL dat een buurthuis moet worden voor de meest uiteenlopende groepen en types, naast elkaar en tegelijkertijd. Daar worden geen verwachtingen bevestigd, geen woningen opgewaardeerd, geen ‘mislukkingen’ afgestraft. Wars van een kapitalistische, competitieve structuur houdt eenieder elkaar in die droomcontainer in stand.
Het is deze week de Nationale week van tweedehands textiel (20 t/m 27 april 2021). Dit kon ik niet aan me voorbij laten gaan zonder mijn (en vast van vele anderen) favoriete stek voor tweedehands spullen, maar vooral kleding in het zonnetje te zetten: de IJ-Hallen.
Niet alleen is het de grootste georganiseerde vlooienmarkt van Europa, het is ook een plek om inspiratie op te doen en te genieten van de unieke sfeer. De IJ-hallen zijn deel van de identiteit van de NDSM-werf, een goede reden om in deze corona-tijden terug en vooruit te blikken tijdens deze bijzondere week.
Ik weet het nog als de dag van gisteren, de eerste keer dat ik voet aan land zette in Amsterdam-Noord. Met een vriendin reisde ik vanuit de Betuwe twee uur naar het noorden om de IJ-Hallen te bezoeken. Voor twee meiden uit een boerendorp was het een ervaring die ongelooflijk veel indruk maakte. Het was ook het moment waarop ik verliefd werd op Amsterdam, een greep waaruit ik nooit meer echt ben ontsnapt. Naast de imposante opbouw van de markt op het NDSM-terrein buiten en binnen in de loods, heerste er ook een typische “IJ-hallen sfeer”: verwelkomend, warm en nieuwsgierig. Iets wat je nergens anders op die manier meemaakt en bijna niet in woorden is te omvatten. Na die eerste keer was de maandelijkse reis naar Amsterdam-Noord vaste prik geworden. Weekend na weekend struinde ik langs de kraampjes terwijl ik er telkens weer achter kwam dat ik inderdaad best een nieuwe trui, broek of paar schoenen kon gebruiken.
Ik ben niet de enige die met een bepaald gevoel van nostalgie terugkijkt op lange middagen langs de kraampjes. Als je je waagt op de reviewpagina van de IJ-Hallen word je overspoeld door unieke verhalen van bezoekers, uit Amsterdam en daarbuiten. Over hoe zij hun nieuwe pronkstuk vonden voor in de woonkamer of hun nieuwe massief houten eettafel waar ze al zo lang naar op zoek waren. Naast een plek om nieuwe aanwinsten te kopen of verkopen zijn de IJ-Hallen ook een ontmoetingsplek. Er gaat niets boven met een patatje op de Y-helling plaatsnemen, naast je staat een tas gevuld met nieuwe aanwinsten terwijl je een praatje maakt met een medebezoeker die ook neer is gestreken.
Het is heel leuk om die bijzondere verhalen van mensen op te speuren tijdens de IJ-Hallen
Ongetwijfeld zijn er menige connecties, vriendschappen en hoogstwaarschijnlijk ook liefdes, ontstaan op de heilige grond van de IJ-Hallen. Als bezoeker krijg je ook een fascinerend kijkje in het leven van verkopers op de IJ-Hallen, die door het uitstallen van hun inboedel of kledingkast een tipje van de sluier geven over hun stijl en wat ze ooit mooi vonden maar nu toch hebben besloten afscheid van te nemen. Al afdingend om een fijngebreide trui kom je erachter hoe veel je gemeen hebt met de verkoper aan de andere kant van de kraam.
Naast dat de IJ-hallen een enorme emotionele waarde hebben, is het kopen van tweedehands textiel en andere spullen ook goed voor de wereld. De textielindustrie is namelijk een enorme vervuiler en verantwoordelijk voor 10% van de totale globale CO2 uitstoot. Even voor de duidelijkheid, dit is meer dan alle internationale vluchten en alle commerciële transport over zee, samen. Het produceren en verwerken van kleding, schoeisel en huishoudtextiel zorgen ook voor waterverontreiniging en landfills: stortplaatsen van afval in de grond wat vervolgens wegzakt in de bodem. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de mensenrechten schending van sommige kledingbedrijven in ontwikkelingslanden. Kortom: wat meer tweedehands kopen kan een enorme impact hebben op de wereld en met een plek als de IJ-Hallen kan het ook een fantastische indruk maken op jezelf.
Als bezoeker krijg je ook een fascinerend kijkje in het leven van verkopers op de IJ-Hallen
Helaas konden we afgelopen jaar niet zo vaak genieten van de kraampjes en moest het allemaal in veel kleinere vorm.. Dit had alles te maken met de situatie rondom corona en de maatregelen die getroffen zijn om de oplopende besmettingen tegen te gaan. “Ik hoop dat we snel weer veilig open kunnen” zegt Nichon Glerum, al 6 jaar de fotografe van de IJ-Hallen, als ik haar vraag naar haar gevoel bij de markt in een telefoongesprek. “Het is echt een te gek evenement. Elke keer liggen de verhalen er voor het oprapen, samen met de fotogenieke loods en NDSM-terrein zorgt dat echt voor een unieke sfeer. Het is heel leuk om die bijzondere verhalen van mensen op te speuren, en de redenen waarom ze dingen kopen of verkopen. Het is echt heel gezellig winkeltje spelen.” Het enthousiasme van Nichon is over de telefoon te voelen. Als ik haar vraag naar de toekomst slaakt ze een zucht. “Ik mis de IJ-Hallen ontzettend,” vertelt ze, “zodra er groen licht komt vanuit de overheid willen we weer vol gas gaan. We hebben ontzettend veel leuke plannen liggen, om de markt nog specialer te maken.”
Niets missen van de IJ-Hallen en de potentiële eerstvolgende markt als we weer mogen? Bekijk hier de website of klik hier om via social media op de hoogte te blijven.
Tekst en performance: Omar Dahmani, regie: Eric Seleky, camera en edit: Ran Govaars
Stichting NDSM-werf vroeg, in samenwerking met de culturele partners van de werf, Omar Dahmani een gedicht te schrijven ter ere van 5 mei over vrijheid en solidariteit, twee begrippen die in deze tijden een nog bredere lading hebben gekregen. Het gedicht is vormgegeven en gedrukt door Grafische Werkplaats Amsterdam en samen met 5 mei maaltijdsoepen gedoneerd aan Stichting Cordaan (@cordaan_ams). Omar Dahmani droeg het gedicht voor op de NDSM-werf, in beeld gebracht door Ran Govaars, artiest met een studio in NDSM Treehouse. Het gedicht is hieronder terug te lezen.
Van God vrij
wanneer neonlichten dimmen en het lied zich dichtvouwt zodat alleen nog hoopvolle leuzen weerklinken door een grimmige demonstratie
wordt een treinwagon beschilderd slapend in de remise stamelt de straatarme straatmuzikant
dan zul je zien met je oren wat je geest niet gelooft
totdat we bijten zijn we prooi pas bij storm je handen in een plooi opeens dankbaar vlak na verlies
dan zul je zien met je oren wat je geest niet gelooft omdat die niet gelooft in mensen
Nou ja Wel gelooft dat er íets is
maar wat precies weet niemand
Mede mogelijk gemaakt door @4en5meiamsterdam en de culturele partners van de werf: @Nieuw Dakota, @Straat, @Beautiful.Distress, @GWA Grafische Werkplaats Amsterdam, @Ndsm-fuse, @MACA, @OverhetIJproducties en @Treehouse.NDSM.
Credits and references
Tekst en performance: Omar Dahmani, regie: Eric Seleky, camera en edit: Ran Govaars
Een laatste ereronde voor het Museum voor Ondeboelde Kunst
tekst:
Robin van Dijk
Met de afloop van het Museum voor onbedoelde kunst (MOK) op NDSM in zicht, vroegen we Willem Dieleman, één van de oprichters van het MOK, om als gastredacteur een bijdrage te leveren aan ons online magazine. Een hommage, een ere-optocht en een staande ovatie als afscheid en terugblik op de afgelopen maanden van het MOK op NDSM.
Tekst: Willem Dieleman Zijn jullie er klaar voor? Ik tel tot drie. Één. Twee. Drie. … Vier? Vijf. Zes?! Zeven! Zeven maanden en zeven aankondigingen van een opening duurde het voor wij met het Museum voor Onbedoelde Kunst (MOK) open mochten. Zeven is een symbolisch getal waar het MOK normaal gesproken erg lekker op zou gaan. Drie dagen later of veertig uur uitstel had ook symboliek gehad waar we op konden teren. We kunnen ons in ieder geval gelukkig prijzen dat het niet zes keer is afgelast. Hoe had ik dit verhaal dan moeten vertellen?.
Verhalen vertellen is wat we het liefst doen bij het Museum voor Onbedoelde Kunst, het liefst bij objecten waar iedereen zomaar voorbij loopt. Door deze verhalen blijven mensen staan en kijken ze anders naar hun omgeving. Stichting NDSM-werf vond het ook een goed idee om naast alle “reguliere” kunst ook onbedoelde kunst te cureren. We wonnen de NDSM Open Call 2020, waarvan de vereiste was dat de inzending corona-proof moest zijn. 7 (daar heb je dat getal weer) november was onze officiële opening. We hadden de champagne koud gezet, sprekers ingevlogen, de zaal versierd met franje en ballonnen. Wij stonden klaar voor de start. Echter, de dinsdag ervoor kwam de ‘persconferentie des doods’. Op 20 december zou corona toch wel zijn overgewaaid? Nee, toch niet. Toen het beter leek te gaan, ging iedereen naar buiten, maar wij mochten niemand aanmoedigen om dat ook daadwerkelijk te doen. Toen de sportclubjes massaal aan zelfkastijding mochten doen en de mensen uren voor de Primark in de rij mochten staan, besloten we zelf het startschot maar te geven.
Ik stuurde een feestelijke aankondiging dat we niets zouden organiseren en dat het, mocht je in de buurt zijn, absoluut niet de bedoeling was dat je om 15.00 uur aanwezig zou zijn op het NDSM-plein. Ik benadrukte nog maar even: “blijf binnen, wij organiseren niets!” Het was een waterdicht plan, als ik de dag ervoor niet zelf in quarantaine had gehoeven.
28 april 2021: terrassen open. Wij open. Nu echt. Alleen zijn er nog andere factoren om rekening mee te houden, bijvoorbeeld het weer. Je zou bijna vergeten dat dat ook ooit een gespreksonderwerp was wanneer je niets te vertellen had. Het weer. Iemand zou er eens een goede dramaserie van moeten maken met de titel Mei 2021. Ons werk was corona-proof wat onder andere betekent: buiten. En in waarschijnlijk de natste mei sinds 1983, was ‘buiten’ een suboptimale plek om een onbedoelde kunst-tour te lopen.
Het zal wel ergens goed voor zijn geweest. Dat zeggen mensen tegen gedupeerden om ze te troosten, dat al dat leed niet voor niets was. Voor ons was het inderdaad een jaar waar we veel lering uit hebben kunnen trekken, met name annulering. Ik ben ook ontzettend goed geworden in het schrijven van aflas-mails, in het omgaan met teleurstellingen, met geduld en met acceptatie. En natuurlijk om niet in zeven sloten tegelijk te lopen. Sommigen mensen verblijven daarvoor zeven jaar in Tibet. Wij probeerden gewoon een bescheiden, coronaproof onbedoelde kunsttentoonstelling te openen.
Ondanks al het voorgaande leed hebben we toch een aantal (ik denk zelfs 7, maar nu is dat punt wel gemaakt, straks gaat iemand er nog een complottheorie aan verbinden) schitterende tours gelopen. Er zaten schitterende werken tussen, die zitten er nog steeds trouwens: de tour is nog gewoon zelfstandig te lopen en je kunt ook een live tour met onze directeur Gilad Bino Jr. Walvisch boeken. Hij neemt je mee langs de collectie en na de tour zul je nooit meer hetzelfde naar de omgeving kijken. Een deelnemer zei na de tour: ik vond het heel mooi en ontzettend grappig, maar ik wist niet of ik mocht lachen. Daar had zij een goed punt. Kunst is er niet om te lachen en onbedoelde kunst al helemaal niet. Hoe serieuzer je het neemt, hoe grappiger het wordt. Wil je lachen, dan ga je maar naar het Stedelijk. Die hebben tenminste bordjes waarbij staat: om dit werk mag gelachen worden.
Het MOK is tot en met het laatste weekend van juni te bezoeken op de NDSM-werf. Klik op onderstaande knop voor meer informatie over hoe je museumtour zelf kunt lopen, of hoe je een begeleide tour kunt boeken
Credits and references
Lees
Een laatste ereronde voor het Museum voor Ondeboelde Kunst
Op 25 juni 2021 lanceerde Sijben Rosa haar werk Not Forever op de NDSM-werf in het kader van (Un)monumenting #2. We gingen met haar in gesprek over haar werk en haar visie op wat monumenten (volgens haar zouden moeten of kunnen) zijn in de context van kunst in de openbare ruimte.
De tentoonstelling reeks (Un)monumenting gaat over het concept van monumenten anno nu en wat die zouden moeten zijn, en wie dat bepaalt. In deze context probeert Rosa met Not Forever de veelzijdige ziel van de NDSM-werf tastbaar te maken met een groot ambigu object. Het object zal de komende twee maanden over de NDSM-werf zwerven, telkens onder de hoede van een andere werf gebruiker terwijl het beladen wordt met de overtuiging van die persoon over wat de ziel van de NDSM-werf is.
Op een zonnige dag ontmoet ik Rosa in haar werkplaats in Amsterdam-Oost. Dit is een broedplaats in een voormalig schoolgebouw waar meerdere kunstenaars hun studio of atelier behuizen. We nemen plaats op het zonnige dakterras van het gebouw en beginnen het gesprek over haar werk.
Rosa, toen Stichting NDSM-werf je vroeg om een werk te maken voor (Un)monumenting, wat ging er toen door je hoofd en hoe is het idee van dit werk ontstaan? Hoe is NDSM bij jouw werk terecht gekomen?
“Ik denk dat de vraag vanuit Stichting NDSM-werf mede kwam omdat ik betrokken ben geweest bij de organisatie van een demonstratie in Hoorn, waar ik ben opgegroeid, tegen een monument van Jan Pieterszoon Coen wat daar in de openbare ruimte staat. Ik vind het schandalig dat dat beeld daar nog steeds staat en dat het zo lang duurt voordat het weg wordt gehaald, als het überhaupt ooit weg wordt gehaald. Ik ben dus al een tijdje bezig met het concept van monumenten en wie er in de openbare ruimte gerepresenteerd moeten worden. Daarnaast heb ik in het verleden werk in de openbare ruimte gemaakt, bijvoorbeeld mijn werk Demo en Things you know, waardoor ik denk dat ik op de radar van Stichting NDSM-werf terecht ben gekomen. Toen kwam de vraag vanuit de Stichting of ik iets te doen met het idee van een monument op de NDSM-werf. Niet zo zeer om een monument te maken maar wel om op het idee van monumenten te reageren. Dat vond ik eerst heel lastig om verschillende redenen. Ten eerste is De NDSM-werf zo groots en uitgestrekt dat alles wat je erin neerzet een grote kans heeft om te verdwijnen. Ten tweede is de NDSM-werf al best een tijd bewoond is door kunstenaars en er is al zo veel daar gedaan. Ieder plekje is al zo vaak gebruikt om iets te vertonen dat ik het ook lastig vond om me daar in eerste instantie toe te verhouden.”
“Toen ben ik gaan nadenken over wat voor vorm dit werk moest hebben,” gaat Rosa verder, “Ik vind het prettig om mijn werk midden in de wereld te laten staan. Ik vind het soms makkelijker om iets op een bouwplaats te vertonen dan in een museum, terwijl in een museum krijgt iets juist heel veel aandacht. Maar op een bouwplaats is er veel meer een context waar je gebruik van kunt maken en op kunt reageren, waardoor je werk nog meer betekenis kan krijgen. Juist die wisselwerking vind ik vaak interessant, ik heb zelfs graag dat het een beetje een clash heeft of dat het een beetje het rare van kunst blootlegt: de contradictie tussen een hele praktische, functionele, directe realiteit en dat wat kunst is.
Vaste vorm willen geven aan iets wat ongrijpbaar is, wat de ziel van de NDSM-werf zou kunnen representeren.
Maar kunst is zelf tegelijkertijd ook iets heel basaals. Zelfs in een museum is het nog steeds een stuk gewicht dat naar die plek gebracht moet worden. Juist die aspecten vind ik vaak heel leuk aan kunst omdat het eigenlijk allemaal gewoon dingen zijn. Dat vergeten van de ‘dingigheid van kunst’, die neiging hebben we met onszelf soms ook. We beschouwen onszelf vaak enkel als subject, als iets wat symbolische waarde heeft en niet als iets wat alleen ruimte inneemt, als een object of een ding. Dat idee fascineert me, als je een schilderij in een museum helemaal uit elkaar zou halen zou je niet één stukje vinden waar de waarde van het werk in zit. Net zoals als je een persoon helemaal zou ontleden je niet één stukje tegenkomt waar de ziel of de identiteit in schuilt, het zit in je hele wezen.”
Dus hoe ben je dan uiteindelijk bij dit object uitgekomen?
“Wat ik mooi vind aan monumenten is dat ze iets wat je samen koestert tot iets materieels en tastbaars maken. Het idee voor dit werk gaat dus ook over het vaste vorm willen geven aan iets wat ongrijpbaar is, wat de ziel van de NDSM-werf zou kunnen representeren. Wat je daarmee ook gemakkelijk een onderwerp van gesprek kunt maken. Als er een discussie is over een standbeeld in Hoorn gaat dat niet alleen over dat standbeeld natuurlijk, maar ook over wat dat standbeeld representeert, het maakt het onderwerp concreet. Als je me zou vragen welk onderwerp dit werk concreet maakt? Dan is het dat wat de NDSM-werf op dit moment is, en als we op dezelfde manier doorgaan er zeer binnenkort niet meer zal zijn.
Het gaat over zorgzaamheid, en dat je dat samen moet doen, zorgdragen voor een plek
Dan heb ik het o.a. over klimaatverandering, maar ook over het feit dat gentrificatie aan de deur staat te kloppen en dat de NDSM-werf misschien wel verder gecommercialiseerd gaat worden en er steeds minder ruimte voor kunst gaat zijn. Daarom heb ik het werk Not Forever genoemd, ook naar aanleiding van een mooie quote van Sasha Pevak (curator en kunstenaar red.): ‘The monument becomes visible only when it is removed’.
“Wat ik ook graag wilde dat erin zat,” gaat Rosa verder, “is dat het gaat over zorgzaamheid, en dat je dat samen moet doen, zorgdragen voor een plek. Dus omdat het object zo groot is en je het niet in je eentje kunt verplaatsen, hebben de zorgdragers steeds meerdere mensen nodig om het naar binnen en naar buiten of naar een nieuwe plek te verplaatsen. Precies die stomme praktische consequenties, dat is denk ik waar het kunstwerk in gaat zitten. Dat is denk ik waar het moment ontstaat waar ik naar op zoek ben. Het uitlokken van de interactie, de dialoog en het gestuntel. Het is de bedoeling dat elke verzorger van het object een hun eigen invulling geven waardoor het object waarde krijgt. Het werk wordt gelanceerd op de 25 juni, maar ik denk dat het er dan in zekere zin nog niet is. Het object is er wel, maar juist de komende twee maanden verzamelen alle ervaringen die het meemaakt in het object, dat is wat bij elkaar wordt tot wat ik wil dat het is. ”
Je hebt in je materiaalkeuze ook het aspect van vergankelijkheid meegenomen, kun je daar wat meer over vertellen?
“Zeker, naast dat het in het concept van dit werk past, vind ik ook dat we als kunstenaars een verantwoordelijkheid moeten nemen in welke materialen we kiezen voor onze kunstwerken. Zeker voor een tijdelijk werk als dit, vind ik het belangrijk om me te oriënteren op wat voor materialen ik wellicht kan hergebruiken uit andere werken en wat voor materialen de minste impact hebben op het milieu. Zeker een werk als Not Forever, wat nota bene ook deels over klimaatverandering gaat, zou ik het hypocriet vinden om zelf daar een hele berg plastic voor op tafel te gooien. Daarom heb ik gekozen om materialen te gebruiken van het recent afgebroken gebouw van Sexyland. Ik vind het wel mooi dat er ook letterlijk een stukje NDSM-werf in zit. Dat komt natuurlijk niet alleen door Sexyland, maar ook door wat dat gebouw vroeger was.”
“Wat ik nog niet goed weet is wat er met de zwerfkei moet gebeuren na de twee maanden dat het werk actief is. Wat me daarin enigszins geruststelt is dat al het materiaal wat ik ervoor gebruikt heb, inclusief de schroeven, allemaal dingen zijn die al afval waren voordat het dit object werd. Dat sust mijn geweten enigszins. Ik ben ook benieuwd wat het dan is, wat het in betekenis is geworden. Ik denk dat de definitieve bestemming ook afhangt van wat het collectieve idee maakt van het object.”
Rosa, hoe zie je kunst in de openbare ruimte, wat maakt het anders dan kunst in een museum of in een “binnen”?
“Het belangrijkste verschil is dat je in de openbare ruimte niet gevraagd hebt om kunst te zien, dat is iets waar je mee wordt geconfronteerd of je het nou wil of niet. Dat vind ik heel leuk aan kunst in de publieke ruimte, het integreert daardoor ook meer in het dagelijks leven dan veel andere kunst. Er is een bepaald kunstwerk dat ik zie op mijn weg naar huis iedere dag, en elke dag kijk ik er anders naar al naar gelang mijn eigen levensstaat en gemoedstoestand op dat moment. Het verandert van vorm, omdat mijn gedachten veranderen en er tijd voorbijgaat. Dat kan ook bij monumenten gebeuren, kijk maar naar Jan Pieterszoon Coen, de publieke opinie is aan het veranderen (hoewel er altijd al protesten tegen het beeld zijn geweest), terwijl het ding zelf er nog precies hetzelfde uit ziet. Wanneer iets in een museum staat wordt het ook weer anders bekeken. Dat vind ik interessant, hoe ruimte en tijd invloed hebben op de manier waarop we naar iets kijken.”
“Het is trouwens niet alleen zo dat kunst onderhevig is aan de invloed van de openbare ruimte,” gaat Rosa verder, “maar het kan ook juist de katalisator zijn waarvan een gesprek uitgaat of begint. In de ideale situatie is een werk niet alleen onderhevig aan omstandigheden van buitenaf maar kan het ook die omstandigheden beïnvloeden.”
Wil jij meer weten over Sijben Rosaen haar werk? Check dan hier haar website. (Un)monumenting gaat door! Naast het al zichtbare werk Ademhaling van de Stad van kunstenaarscollectief Frerara op de NDSM Billboards, is ook de derde editie van deze tentoonstelling reeks in the making. Niets missen? Volg Stichting NDSM-werf op onze socials!
Van 1 tot en met 12 juli 2021 ontvlamt er een theatervoorstelling in Treehouse genaamd Vuurspel. Gemaakt door jonge makers Tinka Bruneau (18) en Zenzi Gil Hogenboom (19) is dit de perfecte warmloper voor aankomend theaterfestival Over Het IJ op de NDSM-werf. Wij gingen met Tinka en Zenzi in gesprek over hun productie en hoe ze op de werf terecht zijn gekomen.
Tinka en Zenzi zijn allebei vers van de middelbare school en zijn in eerste instantie op de NDSM-werf terechtgekomen met hun mondkapjesbedrijf. Ondertussen zijn ze naar de oostvleugel in de NDSM Loods verhuisd waar ze onder andere in contact kwamen met NDSM Fuse en de kunstenaars uit de Kunststad. “Toen bedachten we eigenlijk, waarom gaan wij niet iets creatiefs doen?” vertelt Tinka, “daar is Vuurspel uitgekomen. Het is voor ons allebei het eerste grote project, ik noem mezelf ook een beginnend cultureel ondernemer.”
“We zijn allebei altijd wel bezig geweest met theater” vult Zenzi aan, “voor mij is er gaandeweg ook steeds meer een interesse naar de productionele kant gekomen. Ik heb twee jaar geleden voor het eerste echt de regie op me genomen van een stuk, dat vond ik echt heel tof. Jammer genoeg moest die productie door corona afgekapt worden.”
“Wij werken heel goed samen, we zijn echt een gezamenlijke ideeënmachine,” vertelt Zenzi verder, “we noemen dat een “hivemind”. Toen kwamen we op de gedachte dat we een dialoog wilden maken, dus een theaterstuk met twee mensen. Juist ook omdat we het op die manier ook kleinschalig konden houden als dat nodig zou zijn geweest i.v.m. de pandemie. Het is eigenlijk pas sinds een paar weken dat we dingen uit handen aan het geven zijn. Opeens hebben we acteurs en een productieassistent etc. Het is alsof je je kindje ziet opgroeien.” Tinka knikt instemmend. “Het is inderdaad plotseling groter dan wij alleen geworden,” vertelt ze, “het is ook een hele leuke manier om mensen op de NDSM-werf te leren kennen en te merken hoe iedereen met je meedenkt en je wil helpen waar mogelijk. We wilden bijvoorbeeld in eerste instantie het stuk in de openbare ruimte spelen, maar kwamen toen uit bij Treehouse aangezien zij meer faciliteiten en ervaring hebben op dit gebied. Ze waren gelijk enthousiast aangezien zij ook een beetje de rol op de werf hebben van jonge, beginnende makers een handje helpen. Zo is het balletje gaan rollen”
Vervolgens vertellen de twee jonge theatermakers wat meer over waar Vuurspel inhoudelijk over gaat. “Het idee origineert uit het begrip van cycliciteit,” begint Zenzi, “het idee dat alles in de natuur niet alleen vooruitgang is maar juist een kringloop van fenomenen die de hele tijd terugkomen. Als je in die kringloop zit heb je misschien niet helemaal door dat het moment waarop je nu zit een herhaling is van wat ooit al op een bepaalde manier is gebeurd. Bijvoorbeeld: het einde van een relatie wordt vaak gezien als een tragisch einde van een mooie tijd terwijl het ook juist het begin kan zijn van iets nieuws.”
“Vanuit dit concept zijn we begonnen met het idee van een dialoog,” gaat Tinka verder, “we wilden twee mensen in het stuk volledig opbouwen en onderzoeken hoe hun persoonlijkheden, ervaringen en gewoontes op elkaar inhaken. Daarin proberen we een verhaal te maken dat niet een begin en een eind heeft, maar een cyclus is.”
“De personages in het stuk heten Daan en Doris,” vertelt Zenzi verder, “dat zijn twee meiden die al een paar jaar een relatie hebben en allebei heel aanwezige mensen zijn op een verschillende manier. In hun omgang met elkaar is er heel veel onder het tapijt geschoven door de jaren heen en dat komt op één avond allemaal naar boven.”“Dat ontvlamt vervolgens een verhit gesprek,” vult Tinka aan, “het stuk laat zien hoe de geschiedenis van beide personages hun gedrag beïnvloedt en hoe dat soms wat ongemakkelijk kan werken tussen twee mensen. Die interacties worden in het stuk naast natuurlijke cycliciteit (denk aan gedragspatronen die je van je ouders hebt overgenomen) gelegd waardoor er een licht wordt geworpen op de relatie tussen twee mensen die het publiek hopelijk nog niet eerder heeft gezien.”
In ons gesprek merk ik de passie en energie van Zenzi en Tinka terwijl ze over Vuurspel praten. Ze hebben hun hele netwerk benut en uitgebreid om deze productie te kunnen neerzetten en er heerst een groot gevoel van professionaliteit. “Het spreekwoord ‘nee heb je en ja kun je krijgen’ is heel erg waar,” vertelt Tinka als ik vraag wat de grootste les is die ze meenemen uit dit avontuur. “het is met heel veel aspecten in deze productie een kwestie van durven te vragen geweest.” “We hebben er zelf de hele rit bovenop gezeten,” zegt Zenzi, “wat het echt een persoonlijke productie maakt, we waren erbij voor de leuke en minder leuke klussen, maar dat is ook het mooie aan zo’n project, vind ik.”
Het beloofd een spectaculaire voorstelling reeks te worden vol intriges en plot-twists die je niet zag aankomen. In combinatie met de kunstzinnige sfeer van Treehouse is Vuurspel er eentje om groot in je agenda te zetten. Neem genoeg water mee, want we kunnen niet garanderen dat het niet wat heet onder de voeten gaat worden! Het is ook een mooie gelegenheid om kennis te maken met de creativiteit van jonge makers op NDSM en ze te steunen na een domper-jaar als het gaat om toneelkunst.
Vervolgens vertellen de twee jonge theatermakers wat meer over waar Vuurspel inhoudelijk over gaat. “Het idee origineert uit het begrip van cycliciteit,” begint Zenzi, “het idee dat alles in de natuur niet alleen vooruitgang is maar juist een kringloop van fenomenen die de hele tijd terugkomen. Als je in die kringloop zit heb je misschien niet helemaal door dat het moment waarop je nu zit een herhaling is van wat ooit al op een bepaalde manier is gebeurd. Bijvoorbeeld: het einde van een relatie wordt vaak gezien als een tragisch einde van een mooie tijd terwijl het ook juist het begin kan zijn van iets nieuws.”
“Vanuit dit concept zijn we begonnen met het idee van een dialoog,” gaat Tinka verder, “we wilden twee mensen in het stuk volledig opbouwen en onderzoeken hoe hun persoonlijkheden, ervaringen en gewoontes op elkaar inhaken. Daarin proberen we een verhaal te maken dat niet een begin en een eind heeft, maar een cyclus is.”
“De personages in het stuk heten Daan en Doris,” vertelt Zenzi verder, “dat zijn twee meiden die al een paar jaar een relatie hebben en allebei heel aanwezige mensen zijn op een verschillende manier. In hun omgang met elkaar is er heel veel onder het tapijt geschoven door de jaren heen en dat komt op één avond allemaal naar boven.”“Dat ontvlamt vervolgens een verhit gesprek,” vult Tinka aan, “het stuk laat zien hoe de geschiedenis van beide personages hun gedrag beïnvloedt en hoe dat soms wat ongemakkelijk kan werken tussen twee mensen. Die interacties worden in het stuk naast natuurlijke cycliciteit (denk aan gedragspatronen die je van je ouders hebt overgenomen) gelegd waardoor er een licht wordt geworpen op de relatie tussen twee mensen die het publiek hopelijk nog niet eerder heeft gezien.”
Interview: Anne-Jan Reijn over zijn werk Public Air Filters
tekst:
Robin van Dijk
Anne-Jan Reijn, één van de winnaars van de NDSM Open Call 2021, lanceerde op 11 juli 2021 zijn werk Public Air Filters. We gingen met hem in gesprek over de installatie en zijn visie op het kunstwerk.
Ik ontmoet Anne-Jan bij zijn atelier in Maak Gemeenschap de Hoop in Zaandam. Terwijl we binnen rondlopen kan ik niet anders dan de vergelijking trekken met de kunststad: de ateliers zitten op meerdere hoogte niveaus en zijn stuk voor stuk uniek. Aangezien het een opmerkelijk hete middag is besluiten we om ons gesprek buiten te doen. Terwijl we onder twee grote eiken aan het water achter de broedplaats plaatsnemen, beginnen we te praten.
Anne-Jan, je hebt de Open Call 2021 van Stichting NDSM-werf gewonnen. Kun je wat meer vertellen over hoe het idee van Public Air Filters is ontstaan en waarom je hebt besloten het in te zenden voor de Open Call?
“Ja natuurlijk, Public Air Filters is gekoppeld aan een tentoonstelling die ik later dit jaar in Nieuw-Dakota ga doen, genaamd Asbestos The Magic Mineral. De tentoonstelling neemt het materiaal Asbest als katalysator of casus stuk om een verhaal te vertellen over gevaren die we met het blote oog niet kunnen zien. Toen ik in samenwerking met Nieuw Dakota de tentoonstelling aan het vormgeven was, leek het ons mooi om, aangezien het onderwerp over lucht gaat, een lijn naar buiten te trekken. Zodoende zonden we Public Air Filters in voor de Open Call, om nog een laag aan de tentoonstelling toe te voegen, een laag die zich in de buitenlucht op de werf afspeelt.”
We hebben het idee dat we een bepaalde invloed zouden moeten kunnen uitoefenen op bepaalde omstandigheden van de natuur
“Bijna al mijn werk gaat al jaren over risico en over angst, en dan vooral over het verschil tussen reële angst en irreële angst. Toen ik begon te denken over dit werk vond ik Asbest wel een sensationeel onderwerp en dat is ontstaan in een tijd dat we er nog veel hysterischer over waren dan nu. Zo was er op een gegeven moment in Utrecht een ontruiming van een woonbuurt, omdat er ergens misschien een klein beetje asbest was vrijgekomen. Mijn neiging toen was om te denken dat dat een zwaar overdreven reactie was, maar ik vond die hysterie wel fascinerend. We lopen dag in dag uit tussen de voorbij scheurende auto’s, maar als er dan een heel klein beetje asbest vrij komt gaan alle alarmbellen af. Niet dat dat onterecht is per sé, maar daar zit natuurlijk wel een soort selectiemechanisme, wat mij intrigeert. Zo is het idee om een werk te maken wat over een ‘onzichtbare vijand’ gaat begonnen met ontwikkelen.”
“Wat ik interessant vind aan dingen die we niet kunnen zien is, omdat je het niet kunt zien en niet zelf kunt meten, er automatisch interessante maatschappelijke structuren ontstaan. Het gevaar moet gekaderd en gemarkeerd worden door een autoriteit. Dat gebeurt meestal door de overheid op advies van de wetenschap. Hierdoor wordt je als burger direct voor de vraag gezet: in hoeverre vertrouw ik de wetenschap en in die autoriteit die de boodschap of uitslag van de wetenschap doorspeelt? Die vertrouwenskwestie die dan ontstaat vind ik interessant, die is vaak ook conflictueus en heerlijk om in te porren.”
De locatie van de NDSM is zeker een interessante omdat je je kunt voorstellen dat daar een soort bijzondere lucht is
“Hier zit ook wel een vergelijking in met wat we het afgelopen jaar hebben meegemaakt met een onzichtbare vijand, de actualiteit heeft in die zin dit project ingehaald. Toen dat nieuws zich ontwikkelde vorig jaar vond ik het, naast heel zorgelijk, deels ook wel een beetje smullen. Dit soort hele heftige maatschappelijk beladen kwesties rondom gevaren en risico, vooral zo verwikkeld in het dagelijkse leven, vind ik het interessantst. Waar ik met mijn werk en straks ook met de tentoonstelling in Nieuw Dakota vooral mee bezig ben, is het kaderen van die onzichtbare vijand, maar dan in de context van luchtkwaliteit. Ik zet met mijn werk een kader en een markering op stukken lucht waardoor er vervolgens een waardeoordeel aan die stukken lucht kan worden geplakt: is de gefilterde lucht dan beter dan de ongefilterde lucht, en is de ongefilterde lucht nog wel te vertrouwen?”
Kun je nog iets meer vertellen over de boodschap achter het kaderen van lucht in de openbare ruimte en het waardeoordeel dat daarop wellicht volgt van de bezoeker over de luchtkwaliteit op NDSM?
“Absoluut, laat één ding duidelijk zijn, het is niet mijn doel om de bezoekers van NDSM angst aan te wakkeren over de kwaliteit van de lucht die zij op de werf inademen. Als je het hebt over het kaderen van lucht, is naar mijn idee het krachtige gebaar van mijn werk dat ik gefilterde lucht aanbiedt aan mensen. Daardoor wordt in één keer alle andere lucht gekaderd als ongefilterde lucht. Wat doet dat met de perceptie van mensen over waar ze lopen en wat ze daar inademen? In de basis zit het werk dus in de perceptie van de omgeving van mensen die je opwekt doordat je gefilterde lucht aanbiedt. Echter, het is en blijft een kunstwerk, wat in essentie niets concreets zegt over de daadwerkelijke luchtkwaliteit die in de longen van langslopende mensen beland.”
Inademen wordt in één keer een soort extravagant avontuur
“De meer achterliggende betekening van het werk heeft te maken met welke plek de mens inneemt in de natuur om ons heen. Ik denk dat wij als mens heel erg geneigd zijn door meerdere facetten om te denken dat we los staan van de natuur en van onze omgeving. Het is voor ons gevoel ons lichaam vs. dat wat zich buiten ons lichaam afspeelt. Terwijl dat natuurlijk niet helemaal klopt met hoe ons lichaam daadwerkelijk functioneert want er zijn heel veel organismen die nodig zijn om ons lichaam draaiende te houden die afkomstig zijn uit de wereld om ons heen. Ik hoop dat mensen zich bewuster worden van die wisselwerking met ons en de natuur als ze mijn werk bekijken. Naast onzichtbare vijanden zijn er ook onzichtbare benodigdheden die zich in de natuur om ons heen bevinden.”
“Naast het conceptuele deel van mijn werk zit er ook een aspect van beleving in. Het balanceert op en over de randen van fictie en non fictie; bezoekers kunnen namelijk zelf niet achterhalen of er echt lucht wordt gefilterd of niet. Daarnaast is er een systeem aan het werk dat het idee van een zichtbaar residu, wat ontstaat door onzichtbare deeltjes in de lucht, uitbaat en manipuleert. Door met dat residu in de weer te gaan wordt het zo over de top getrokken dat het inademen in één keer een soort extravagant avontuur wordt waar je allemaal roze, gele en glimmende groeiende stoffen ziet en tot je neemt. Iets wat in het dagelijks leven heel normaal is, namelijk in en uitademen, wordt opeens een beleving. Het krijgt in één keer een soort fictief avontuurlijke kwaliteit. Dat spel wat ontstaat tussen wat er echt gebeurd en wat de installatie insinueert wat er gebeurd is een belangrijk deel van dit werk.”
Toen ik jouw plan las en in die context na ging denken over luchtkwaliteit legde ik een link naar industrialisatie, speelt het industriële verleden van de NDSM-werf een rol in het werk?
“De locatie van de NDSM is zeker een interessante omdat je je kunt voorstellen dat daar een soort bijzondere lucht is. Het beeld van de vroegere industrie ligt nog vers in het collectieve geheugen, maar moet nu ook plaatsmaken voor het beeld van een woonwijk. Daar wil ik met Public air filters een beetje tussenin gaan hangen. Omdat er op de NDSM-werf steeds meer woningen worden gebouwd, betekent dat dan ook dat de lucht aan het veranderen is. Of is de lucht van de industrialisatie die er toen was nog steeds te vinden? En dan hebben we het nu nog over het ‘buiten’ van NDSM. Ik kan me voorstellen dat de luchtkwaliteit in de NDSM Loods nog meer wordt beïnvloed door de vroegere industrie op dit moment. In zo’n hal, op een vloer waar veel gewerkt is met zware metalen en giftige stoffen, dat krijg je niet even met een stofzuigertje weg. Het is natuurlijk de vraag of het hoeveelheden zijn waar je je zorgen om moet maken, maar het is wel belangrijk om je bewust van te zijn. Dat is eigenlijk hetzelfde contrast als wat ik in mijn werk probeer te verduidelijken: zowel in de loods als buiten de loods noemen we de NDSM-werf, alleen is er wel een verschil in luchtkwaliteit. Hetzelfde verschil als mijn werk uitlokt met de ongefilterde lucht en de gefilterde lucht in de buitenruimte.”
“Ik denk wel dat het gezond zou zijn als we op zoek gaan naar een alternatief voor het zero-risk beeld wat er in westerse democratieën wordt opgeworpen, dat beeld is namelijk een illusie. We hebben het idee gekregen dat wij als mens recht hebben op het geen risico te hoeven lopen en daar in worden tegenwoordig veel beloftes voor gedaan en systemen omheen gebouwd. We zijn constant op zoek naar controle over iets wat we eigenlijk niet kunnen controleren. We hebben het idee dat we een bepaalde invloed zouden moeten kunnen uitoefenen op bepaalde omstandigheden van de natuur terwijl er een hele duidelijke grens aan zit tot hoever dat kan.”
“Heel veel ongezonde stoffen die je beter niet kan inademen functioneren op een kansberekening waar je misschien maar deels invloed op kan uitoefenen. Kijk maar naar Asbest, je kan pech hebben en ziek worden van één keer in aanraking komen met dat stofje. Maar er zijn ook mensen die hun hele leven er mee hebben gewerkt en nooit ergens last van krijgen. Dat betekent dat je in theorie niet veel in hoeft te ademen van een onzichtbare vijand en toch ziek kunt worden. Het zijn bijna een soort anonieme statistieken van onzichtbare gevaren en dat idee wekt een bepaalde spanning op of ontzag. Eigenlijk is het hele leven ook zo, een bijeenraping van anonieme statistieken die het beloop bepalen. Die bewustwording, dat wij deel zijn van een grotere natuur en al haar invloeden en kansen, dat is waar mijn werk het meest in zit.”
Credits and references
Lees
Interview: Anne-Jan Reijn over zijn werk Public Air Filters
NDSM X zomerspecials door Radio Noord Amsterdam: Stenen in Noord
tekst:
Redactie
Stenen in Noord
In de zomermaanden nemen onze vrienden van Radio Noord Amsterdam dus even het stokje van ons over. Deze keer behandelen Selby Gildemacher, alias DJ Fer AF Drijver en Gijs Velsink, alias DJ Gijs Velsink met Radio Noord Amsterdam, de gesproken buurtkrant: een frisse wind op de oude werf, 2 x 2 x 2 = 8 met Lola Bezemer, een luchtig intermezzo met The Hollys en Radiohead, een klinkende naam voor een hoopje stenen wat thans doorgaat voor de Ms. Van Riemsdijkweg, de ziel van de NDSM-werf en het strijdlied van de week.
In gesprek met Luca Boscardin over zijn wilde dieren
tekst:
Robin van Dijk
Luca Boscardin, een van de winnaars van de NDSM Open Call van 2021, lanceert zijn werk Animal Factory op de NDSM-werf. De installatie bestaat uit een aantal minimalistische metalen dieren op ware grootte die de komende maanden over de werf zullen zwerven. We spraken met Luca over zijn werk en kunstenaarschap op NDSM.
Ik ontmoette Luca in zijn atelier in de Kunststad in de NDSM Loods. Nadat ik me een weg had gebaand door het labyrint van studio’s en werkruimtes, kwam ik bij een ruime kamer die was versierd met verschillende soorten speelgoed van Luca. Dit zorgt voor een zeer kleurrijke en speelse omgeving die de stemming meteen opheft op het moment dat je binnenstapt. Na even te hebben bijgekletst, we hadden elkaar al eerder ontmoet voor wat foto’s, gingen we aan een grote tafel in de studio zitten en begonnen het interview.
Dus, Luca, kun je me wat meer vertellen over jezelf en je kunstenaarschap?
“Natuurlijk! Ik kom oorspronkelijk uit een heel klein stadje in het noorden van Italië. Daar besloot ik architectuur te gaan studeren in Venetië. Na mijn afstuderen realiseerde ik me echter dat ik, hoezeer ik ook van architectuur houd, niet in staat was iets van Luca in de ontwerpen van gebouwen, parken of andere grootschalige dingen te verwerken. Ik kon me niet uitdrukken in een ontwerpen op zo’n grote schaal. Daarom besloot ik een master grafisch ontwerp te doen, in een poging de schaal waarin ik ontwerp te verkleinen. Het interessante is dat bij alles wat met design te maken heeft, het proces hetzelfde is, maar de uitkomst zal anders zijn. Ik kon dezelfde vaardigheden die ik in de architectuur had geleerd gebruiken en toepassen op grafisch ontwerp.”
Ik realiseerde me dat er heel veel dieren uit mijn potlood kwamen
“Hoewel ik grafisch ontwerpen en spelen met kleuren en grafische elementen erg leuk vond, voelde ik dat mijn hart niet echt klopte voor het werk. Dat was het moment dat ik besloot naar Amsterdam te verhuizen. Toen ik aankwam, kwam ik een prachtige studio tegen waar ontwerpen werden gemaakt voor speelgoed voor kinderen. Zodra ik het zag, was ik gebiologeerd. Er zijn mensen die dit werk ook echt doen, het is niet alleen een hobby maar een echt beroep! Ik ben er dan ook in gedoken en ben er helemaal in verzeild geraakt. Ik houd van dit werk, het is iets uitzonderlijk moois. Dus mijn kunst begon met architectuur, maar laten we zeggen dat ik in het ontwerpen van speelgoed een manier vond om mezelf het beste uit te drukken. Ik leerde de harde vaardigheden van design door architectuur en grafisch ontwerp te studeren en ontdekte hoe ik liefde in mijn werk kan stoppen door speelgoed te maken.”
“Het speelgoed dat ik ontwerp zijn geen objecten waar je alleen naar kijkt, het zijn allemaal objecten waar je mee kunt spelen. Spelen betekent voor mij leren, en leren is iets ontdekken wat je nog niet weet. Dat is ook wat ik doe met mijn speelgoed, ik geef de gebruiker, de kinderen, geen kant-en-klaar gemaakt speelgoed, ze hebben de actie van het spelen nodig om het speelgoed af te maken. Daarom was architectuur echt belangrijk, want het gaf me veel regels en een raster dat ik kan gebruiken bij het maken van dit soort speelgoed. Een sterk ontwerp maakt speelgoed vrij en gemakkelijk om mee te spelen. Met al mijn speelgoed probeer ik het uit tijdens workshops met kinderen. Het is prachtig om te zien hoe kinderen met je speelgoed spelen en dat het ook echt werkt. Kinderen zijn ook ontzettend eerlijk, dus ze zullen je heel directe vragen stellen als iets voor hen onduidelijk is.”
“Het idee begon vanuit het concept van eenvoud, zoals bijna alles wat ik maak. Ik kocht pastakleurpotloden op oliebasis, die zijn gemaakt van een soort pasta die kan worden gebruikt voor een heel ruwe manier van tekenen, met dikke lijnen die je niet kunt wissen. Met deze kleurpotloden heb ik een oefening gedaan om dingen te tekenen die uit slechts één lijn bestaan. Ik probeerde op dezelfde manier te werken en te spelen als kinderen zouden werken en spelen. Daarbij ontdek je de belangrijkste kenmerken van dieren, de lange nek maakt het een giraf en een paar strepen maken het een zebra. Ik begon in die context te ontwerpen op een vel papier en realiseerde me dat er heel veel dieren uit mijn potlood kwamen.”
“Op de een of andere manier was ik ook gefascineerd om groots en wild te gaan met dit project. Dus voor dit ontwerp heb ik juist geprobeerd het op grotere schaal voor te stellen, iets om op te spelen in plaats van iets om alleen mee te spelen. Toen had ik de gedachte: wat als ze in de proporties kunnen zijn van de echte dieren die ze vertegenwoordigen? Stel je voor dat je door de stad fietst en je uit het niets een krokodil in het park vindt, of een giraffe om de hoek van een gebouw. Op het moment dat ik met dit idee aan het spelen was, zaten we weer in een lockdown en hoorde je op het nieuws hoe er wilde dieren gespot werden in de straten van de stad omdat het daar ’s nachts zo stil was. Dit gaf een extra laag aan dit idee van wilde dieren in de stad.”
Animal Factory gaat verder dan alleen speelgoed zijn
Kun je ook iets meer vertellen over waarom je ervoor hebt gekozen om Animal Factory in te sturen voor de NDSM Open Call?
“Animal Factory gaat verder dan alleen speelgoed zijn. Qua vormgeving en materiaalgebruik is het voor mij zeker een uitdaging. Ik heb het gevoel dat ik ook aan het spelen ben terwijl ik bezig ben met het ontwerpen en maken ervan. Daarnaast denk ik dat NDSM een perfecte plek is voor dit soort projecten. Hier heerst gelukkig nog een beetje mooie chaos, en rommel. Er is ruimte om te improviseren en je te laten verrassen. Daarom vind ik het tegenkomen van een giraf op de NDSM-werf gek, maar ook ergens heel normaal. Het is een prachtige plek vol energie en creativiteit waar veel goede ideeën ontstaan. Me verbeelden dat de dieren daadwerkelijk door de straten van NDSM zullen zwerven en dat kinderen en andere mensen daadwerkelijk met ze gaan spelen en interactie hebben, vind ik een prachtig idee. Vanwege het eenvoudige ontwerp denk ik dat het gezin van vier dieren dat we nu hebben, in de toekomst gemakkelijk kan groeien. Misschien kunnen ze ook migreren naar andere delen van de stad, of naar andere steden in het algemeen. De dieren begonnen hier in deze studio gewoon op een stuk papier. Nu bouwen we ze in een staalatelier en staan ze de komende maanden op NDSM. Maar ik weet zeker dat ze ook naar andere plaatsen gaan. Op de een of andere manier leven ze en gaan ze hun eigen weg.”
De dieren van Animal Factory zijn vanaf 19 augustus te zien op de NDSM-werf en iedereen is welkom om te spelen, chillen, sporten of gewoon rond te hangen! Ik raad ten zeerste aan om Luca’s studio of website te bezoeken, want het bekijken van zijn ontwerpen is een echte stemmingsbooster! Bekijk zijn website hieronder
“De eenvoud van het ontwerp van de lijnen op papier is gekoppeld aan het ontwerpproces en de manier waarop de dieren zijn gebouwd. Ze worden gemaakt van stalen buizen, gehanteerd door een staalsmid op NDSM, net zo simpel als de lijnen op papier getekend zijn, niets meer en niets minder. Ik denk altijd dat wanneer je op een punt in je ontwerp komt waar je niets anders meer kunt wegnemen zonder dat het product zijn functionaliteit verliest, je dicht bij een goed product bent. Bij Animal Factory telt elke lijn, want elke lijn definieert een deel van het dier en elke lijn telt ook voor de stabiliteit van het dier. In die eenvoud ligt een zekere schoonheid. Door hun eenvoudige ontwerp bieden de dieren de vrijheid om meerdere manieren van gebruik of interpretatie te hebben. Ik kan me bijvoorbeeld kinderen voorstellen die ermee spelen, maar ik zie ook een groep tieners die gewoon om hen heen hangen of iemand anders die ze gebruikt tijdens het sporten. We willen en moeten allemaal onze creativiteit gebruiken, spelen en af en toe aan iets fantastisch en geks denken. Dat hebben we nodig in ons leven, denk ik.”
Kun je iets meer vertellen over de samenwerking met Iwan Snel, de staalsmit die de dieren heeft gemaakt?
“Ja, dat is eigenlijk best een interessant verhaal. Een van de mooie dingen van de NDSM-werf is dat je veel verschillende soorten mensen kunt vinden. Dat hoort bij het voorrecht om hier te werken. Op een dag klopte ik gewoon op de deur van Iwan en vroeg of hij deel wilde uitmaken van dit project. Hij hield van het idee van de dieren en besloot erin te springen. Het is echt mooi hoe soms een leuk idee of project heel verschillende mensen met elkaar verbindt.”
“Ik hou van het contrast tussen ons. Ik ben een kleine Italiaan, echt chaotisch en luidruchtig, terwijl hij een stillere, grote Nederlandse Noordse man is die in dit atelier vol staal, ijzer en gereedschap werkt. Maar ook al lijken we heel anders, we waren vanaf het begin een geweldige match. Wat echt heel leuk is om te zien, is dat ik als ontwerper vrij ben in mijn onwetendheid om te tekenen wat ik wil zonder te weten wat er feitelijk, materieel mogelijk is. Op zijn beurt kent hij de machines en de gereedschappen, hun capaciteit en limieten en de technologie die nodig is om de structuren te realiseren. Dit zorgt voor een mooie balans, want ik kan los gaan in mijn ontwerp, onbeperkt door praktische zaken, en hij kan me dan de grenzen aangeven van wat mogelijk is, wat een soort gouden middenweg creëert. Daarom denk ik dat een project sterk is als het wordt gevoed door verschillende mensen met verschillende expertises. Omdat er hier bij NDSM zoveel verschillende mensen zijn met zoveel verschillende talenten, wordt het een perfecte speeltuin voor mooie projecten.”
Credits and references
Lees
In gesprek met Luca Boscardin over zijn wilde dieren
NDSM X zomerspecials door Radio Noord Amsterdam: Talen in Noord
tekst:
De reguliere NDSM X Podcast gaat even met zomerstop, maar niet getreurd! In deze periode nemen de heren van Radio Noord Amsterdam een aantal NDSM X zomerspecials op live vanaf de werf!
Talen in Noord
Deze tweede zomereditie verschijnt wat later dan jullie van ons gewend zijn. Maar ook deze keer staat er een mooie uitzending voor jullie klaar. Vandaag behandelen uw hosts Selby Gildemacher alias DJ Fer Af Drijver en Gijs Velsink alias DJ Gijs Velsink met Radio Noord Amsterdam, de gesproken buurtkrant, de volgende onderwerpen: Toren van Babel met Perrine Philomeen, Rivers of Babylon, Goed nieuws, middelmatig nieuws, slecht nieuws, La grande Radio Noord Amsterdam Lingua Quiz, Fred en Arjen, Het blauwe land van Jos de Rooij, Strijdlied voor het grootkapitaal. Dit is Radio Noord Amsterdam: Talen in Noord.
Credits and references
Luister
NDSM X zomerspecials door Radio Noord Amsterdam: Talen in Noord
Toren van Babel: meet the artists! Editie 1: Perrine Philomeen
tekst:
Anna Sidorchik (OatStudio)
Video serie Meet the artist! Van de Toren van Babel
In het kader van de Toren van Babel op NDSM gaan we in gesprek met acht kunstenaars die op hun eigen manier een steentje bijdragen aan deze kunst installatie. Met ieder een eigen, unieke workshop laten zij Amsterdammers reflecteren op de stad van de toekomst. Samen creëren zij veelzijdige kunstwerken die van 18 september tot 17 oktober allemaal opgetuigd worden in een imposant bouwwerk op de NDSM-werf. In editie 1: Perrine Philomeen, de jongste kunstenaar uit het Toren van Babel-collectief.
Voor de Toren van Babel ging Perrine Philomeen samen met jongeren aan de slag met textiel, graffiti en allerlei andere materialen. Het resultaat: een vlag voor elke persoon, waarin zij uitdrukken waar zij voor staan.
‘Los Zand’ – Een onderzoek naar de Toren van Babel door Annemieke Dannenberg
tekst:
Annemiek Dannenberg
Wanneer ik aan de Toren van Babel denk, denk ik aan taal, aan Breughels toren die als een taart in het landschap ligt, aan God en de tarotkaart waarop figuren van een brandende toren buitelen. Ik denk aan spraakverwarring, instortingsgevaar en het menselijke verlangen om het goddelijke te doorgronden.
De Toren van Babel op de NDSM-werf is een idee van kunstenaar Guido van der Werve. Het doel is om een architectonische installatie te maken waar meerstemmigheid centraal staat. Door Amsterdammers uit te nodigen stenen te bakken, textiel te bewerken en street-art te laten creëren onder leiding van kunstenaars zoals Fouad Lakbir, Tina Lenz, Mick La Rock en Bengin Dawod wordt er enerzijds gewerkt aan de bouw van een installatie en anderzijds een plek gefaciliteerd om verhalen uit te wisselen en ieders perspectief op de stad uit te diepen.
In het Bijbelverhaal spreken alle mensen één taal, ze besluiten een stad met een toren te bouwen die tot aan de hemel reikt omdat ze ‘naam willen maken’ en willen voorkomen dat ze verstrooid raken over de hele aarde. Waar dit verhaal zich enerzijds laat lezen als een historische verklaring waarom mensen talloze talen spreken, lees ik er anderzijds een illustratie in van het vooruitgangsdenken. De toren vormt de kroon op de stad die zojuist is gebouwd, als symbool voor datgene waar mensen toe in staat zijn als ze de krachten bundelen.
Als de toren in het Bijbelverhaal symbool staat voor datgene waar mensen toe in staat zijn, dan is de vraag die ten grondslag ligt aan Gods interventie misschien wel als volgt: Waar worden de mensen van weerhouden op het moment dat ze zich richten op het bouwen van de toren?
Stel je de aarde voor zonder steden. Kun je in de verte kijken? Hoor je een dier roepen? Zijn er open velden, dichtbegroeide bossen, hoge bergen en kronkelende rivieren die uitdijen zover als de kracht van het water reikt? Een groep mensen vormt met blote handen blokken van klei en bakken deze in het vuur, smeren de blokken in met aardpek en stapelen ze op elkaar. Ik stel me een ritme voor, geroezemoes, verhalen die worden gedeeld terwijl de stad zich ontvouwt in een natuurgebied en vervolgens traag de hoogte in beweegt. Was het doel het behalen van een zeker prestige of wordt er naar een verbinding met het goddelijke gezocht in de bouw van deze toren? Elke steen als een opmaat naar de hemel, een trap naar het huis van God. In het Bijbelverhaal daalt God af om een interventie te plegen. Terwijl hij de mensen observeert en luistert naar de ritmische stapeling van stenen zegt hij in Genesis: ‘Dit is nog maar het begin.’ Was dat een profetische noot met een blik op het heden?
De toren uit het tarotkaartendeck ligt voor mij op tafel. In de verte hoor ik heipalen, een snelweg, sirenes, een vrachtwagen raast voorbij. Met mijn vinger volg ik de contouren van de toren op de kaart. Ik vraag me af waarom God de interventie pleegde. Waarom daalde Hij af en zaaide Hij spraakverwarring onder de mensen? In de tarot verwijst de toren naar het afbrokkelen van een sterke overtuiging, waarmee alles op los zand komt te staan. Het is iets onoverkomelijks, zodat er ruimte ontstaat voor iets nieuws. Deze toren kan een eenzame plek zijn, waar oude ideeën en gemummificeerde gevoelens de overhand hebben. Op de tarotkaart zie ik een groene deur in de toren waar drie traptredes naartoe leiden. De tredes verwijzen naar acceptatie en integratie van een nieuwe vorm van kennis, zoals een nieuw wereldbeeld of een nieuw narratief over het zelf. Pas dan kan de deur van de toren opengaan en de binnenkant onthullen. Pas dan stort de constructie van een narratief, dat jou niet langer dient, in elkaar. De toren wordt ook wel vergeleken met een oven waarin de steen der wijzen tot ontplooiing komt.
Als de toren in het Bijbelverhaal symbool staat voor datgene waar mensen toe in staat zijn, dan is de vraag die ten grondslag ligt aan Gods interventie misschien wel als volgt: Waar worden de mensen van weerhouden op het moment dat ze zich richten op het bouwen van de toren? Welk verhaal wordt er gecreëerd en hebben de mensen daar eigenlijk wel iets aan? Volgens God wordt alle kracht, kennis en energie gebundeld en ingezet op het verwerven van uiterlijke kracht, in het verlangen naar roem. Het cultiveren van de aarde wordt vergeten, de zorg voor elkaar komt op een lager pitje te staan. In de tarot wordt Gods interventie dan ook uitgelegd als oplossing in plaats van straf. Door de spraakverwarring keren de mensen terug naar de vraag wat het betekent om mens te zijn. Zoals de tarotkaart verwijst naar het deconstrueren van een verhaal dat je jezelf hebt wijsgemaakt. Het tuimelen van de toren biedt ruimte opnieuw te beginnen, opnieuw de verbinding te zoeken met de aarde, met jezelf, met elkaar.
In dit licht is het kunstproject op de NDSM-werf een interessant vervolg. God wordt niet in de lucht gezocht, maar binnen de interactie met mede-Amsterdammers. De bouw van de installatie is niet het doel, maar het middel om een ruimte te faciliteren waar ontmoeting kan plaatsvinden. Het woord ‘bouwen’ krijgt in de workshops die op de NDSM-werf worden georganiseerd een nieuwe betekenis waarbij de meerstemmigheid (of de spraakverwarring) juist als iets positiefs wordt benaderd. Niet één bouwsteen is gelijk, elk mens brengt iets eigens in en het bouwen gaat over het creëren en participeren vanuit die eigenheid. De workshops vormen daarmee vrijplaatsen voor verbinding en de uitwisseling van verhalen. Iets dat misschien wel zeldzaam is geworden in de stad en iets waarin de tarotkaart met de toren inzicht geeft. Welke muur mag jij laten afbrokkelen, wat mag je loslaten om (weer) verbinding te ervaren?
Credits and references
Lees
‘Los Zand’ – Een onderzoek naar de Toren van Babel door Annemieke Dannenberg
Door te klikken op 'Accepteren', gaat u akkoord met het opslaan van cookies op uw apparaat om de navigatie op de site te verbeteren, het gebruik van de site te analyseren en te helpen bij onze marketinginspanningen. Bekijk onze Privacy Policy voor meer informatie.