
%20door%20Gert%20Jan%20van%20Rooij.webp)
8 maart, een dag waar wereldwijd gelijke rechten en kansen, vrijheid en strijdbaarheid van vrouwen centraal staan. Door de geschiedenis heen is er enorme vooruitgang geboekt in de richting van gendergelijkheid, maar we zijn er nog lang niet. Stukje bij beetje begint de verandering zich echter in te zetten, mede door individuen die deze waarden waarborgen in hun werk. Maar wat kom je als curator en/of programmamaker eigenlijk tegen als je je inzet voor een inclusieve en rechtvaardige cultuursector? Zodra we alledrie een goede kop thee voor ons hebben steekt Ewa van wal: “Wat gelijkheid en inclusiviteit betekent, en welke invulling eraan gegeven wordt is voor iedere culturele instelling anders. Ik zie dat wij vanuit NDSM meer bezig zijn met toegankelijkheid vanuit een breed perspectief. Ik was erg onder de indruk van de performance van Sarah van Lamsweerde bij het Stedelijk in 2020 waarbij samen met de bezoekers werd onderzocht hoe verscherpte zintuigen je in staat stellen “door” de tentoongestelde werken heen te kijken. Wij werken vanuit de stichting sinds 2020 vanuit meerstemmigheid en toegankelijkheid; wie voelt zich welkom in de publieke ruimte, wie mag er zijn?”
‘Vrouw(en)*’ is hier gebruikt als term voor elke persoon die zich identificeert als vrouw.
“Aangezien we ons tot de publieke ruimte verhouden”, gaat Petra verder. Wij programmeren letterlijk buiten en voelen dat dit noodzakelijke vragen zijn om te stellen. We bevragen via projecten het publieke karakter van openbare ruimte, dat het daadwerkelijk gaat over een veelheid aan verschillende stemmen laten klinken. Je met kunstenaars afvragen welke ondergerepresenteerde personen of thema’s meer aandacht verdienen. in het kader van de ontwikkelingen op ndsm, hoe zorg je ervoor dat je geen exclusieve (publieke) ruimtes ontwikkelt waar enkel grote ketens zich nestelen voor een bepaalde groep mensen, maar er publieke ruimte wordt gecreëerd, geprogrammeerd waar de witte hetero cis man niet de norm is. Zo werken we nu met Afaina de Jong van AFARAI aan een ontwerp voor een ‘pleintje / installatie’ op NDSM waar zij vanuit feministisch perspectief naar verschillende uitdagingen kijkt en zich vooral wil verhouden tot het normatief, wit, mannelijk beeld van de openbare ruimte en de inrichting daarvan.’
Dan vraag ik mijn twee gesprekspartners of internationale vrouwendag nog nodig is volgens hen. Ewa gaat als eerste hierop in: “van veel dingen zou ik hopen dat ze niet meer nodig zijn: feminist march, internationale vrouwendag, protesten tegen racisme, extinction rebellion, maar we leven in een werkelijkheid waarin we volgens mij blij moeten zijn dat mensen zich niet neerleggen bij de huidige status quo en de bühne op gaan voor verandering. Er zijn helaas enorm veel redenen waarom 8 maart nodig blijft; femicide en mishandeling wereldwijd, de loon- en orgasmekloof, de onbetaalde arbeid die veelal door vrouwen gedaan wordt (tip, check de onderzoeken van Women Inc.)”. “En vaak niet als onbetaalde arbeid” vult Petra aan, “maar als ‘zorg’ gezien wordt”. Ewa knikt: “om maar wat voorbeelden te noemen”. “Maar ik vind het ook ingewikkeld soms,” zegt Petra, “de strijd voor het ene issue het andere issue lijkt te verdringen om aandacht, terwijl er zoveel issues van belang zijn. Je kunt ze niet rangschikken op belangrijkheid.”Ik heb mijn kinderen vandaag wel verteld over Internationale Vrouwendag, uiteindelijk gaat het over het goede voorbeeld geven.”
“Specifiek binnen de cultuursector zijn er de afgelopen jaren veel stappen gezet,” gaat Ewa verder “aan de voorkant betere representatie van niet-dominante perspectieven in collecties en exposities (kijk bijvoorbeeld naar aangescherpte collecties van grote musea, platformen als Titty Mag, podcasts als Naakt op een Kleedje, etc.), er is meer aandacht voor vergeten/onzichtbare iconen, en aan de achterkant een groeiend aantal (jonge) niet-mannelijke directeuren. Aantallen of percentages leidend maken lijkt me niet de duurzame oplossing, het gaat om het omarmen van representatie in breedste zin, van verschillende wereldbeelden.”
“We kunnen daarin ook niet alle vrouwen over dezelfde kam scheren en verwachten dat iedereen er hetzelfde in staat.” vult Petra aan, “feminisme wordt al snel gezien als iets dat je identiteit bepaalt, terwijl opleiding, achtergrond, etc. ook enorm bepalend zijn en redenen vormen waarom niet elke vrouw hetzelfde over feminisme denkt of er hetzelfde van verwacht. Ook feministen en activisten vallen elkaar soms hard aan op het niet activistisch genoeg zijn of verkeerd reageren of handelen. Dit maakt het lastig. De gevoeligheden kunnen ook verlammend werken. ”




Dan vraag ik naar de praktijken op NDSM: wat zijn de uitdagingen die je tegenkomt als het gaat om diverse en gelijke kunstprogrammering op NDSM? Ewa: “We gebruiken de context van NDSM en de schaal van het terrein om grote installaties in de publieke ruimte te creëren. Alleen is het vinden van vrouwelijke kunstenaars die werken op de grote schaal die past op een terrein als NDSM soms een uitdaging.” Het woord fallus-kunst (door mannen) wordt even genoemd. “Hierbij dus een oproep aan alle vrouwelijke kunstenaars die grootse plannen/werken hebben of een plek zoeken om daarin te groeien,” vult Petra aan, “bel ons, alle tips zijn welkom.”
“Wij proberen op NDSM te werken vanuit intersectionaliteit, langs verschillende assen. Een mooi voorbeeld van een project van afgelopen jaar die zich met deze thematiek bezig hield was ‘An-Sisters [NDSM]’ van belit sağ. belit realiseerde in opdracht van ons een audio-video installatie waarin hen door middel van video-portretten de onzichtbare verhalen van Turkse vrouwelijke arbeidsmigranten belichten. belit interviewde verschillende vrouwen voor dit werk die na de scheepswerf tijd op NDSM in naaiateliers werkzaam waren en een dochter van hen die nu toevalligerwijs op NDSM woont. We vinden het belangrijk om dergelijke projecten te realiseren en deze te laten zien in de publieke ruimte, om zo een breed publiek kennis te laten nemen van dit soort stukjes geschiedenis van de plek, van Amsterdam en van Nederland, die echt onderbelicht zijn.”
Tot slot vraag ik Ewa en Petra of ze nog leestips hebben voor geïnteresseerden in dit thema. Ewa raad Ik Ben Mijn Muze van Loes Faber aan, “over eigenzinnige vrouwen die de kunstgeschiedenis veranderden”. Check verder het werk van kunstenaar Carmen Schabracq, Umaversity, Yamuna Forzani’s projecten en liefde voor mijn vriendin Tina Fariteh die nu een expo gecureerd heeft met werk van vrouwelijke Iraanse kunstenaars.” Petra: “mijn bijbeltje tot er iets voor in de plaats komt is Witches, Witch-hunting, And Women van Silvia Federici. Shocking, maar super relevant, en check ook video’s/lezingen van haar, ontzettend inspirerende vrouw! Verder inspireert kunstenaar Agnes Denes mij vanwege haar grootse project met het graanveld in New York. Daarnaast ben ik al een tijdje fan van de Feministische Handwerkpartij. En geef ik graag een shoutout naar een aantal vriendinnen en power personen in mijn leven zoals Ama van Dantzig, en Orlando Maaike Gouwenberg, directeur van Jester en curator van de NL inzending van de Venetie Biennale met Melanie Bonajo (hartje).”
Credits and references
NEO-LOGOS (2018) | Annaïk Lou Pitteloud, visual: Gert Jan van Rooij Zanele Muholi (2022), visual: Stichting NDSM-werf Desire Lines (2020) | Ike Gers, visual: Luuk Kramer Not Forever (2021) | Sijben Rosa, visual: Stichting NDSM-werf An-sisters (2022) | Belit Sag, visual: Gert Jan van Rooij